De kleine Frédéric Chopin omringd door vrouwen

justyna chopin
(Tekla) Justyna, Chopins moeder

8 maart vrouwendag... Chopin was in zijn kinderjaren omringd door heel wat vrouwen... Hier zijn moeder Justyna. Verder waren daar Zuzia, Izabelka, Baska, mevrouw Kolberg, mevrouw Linde, Emilka, vorstin Czartoryska, Ludwisia, madame Rózga, de oude mevrouw Dobrzynska, mevrouw Catalani (van het horloge) en vorstin Zamoyska. En niet te vergeten de gravin (met de slechte adem) en mevrouw Szczurowska (met de doorlopende wenkbrauwen)... De hele pot met pieren (zoals ze in Utrecht zeiden) van Warschau... Lees er alles over in Preludes...

 

 

Het is chic om een grote neus te hebben zegt mijn vader plechtig. Een grote neus is een teken van adeldom. Er zijn niet veel families waar men zo’n edele neus heeft als in die van ons. Niet eens in de meest adellijke. En mijn vader kijkt ons allemaal aan. En we zitten in de schemering. Een Romeinse neus zegt mijn vader. Een adelaarsneus. Niet eens in de Potocki-familie. Die hebben misschien de Potocki-duim. Maar zoiets als de Potocki-neus bestaat niet. Net zomin als de Czartoryski-neus. Maar wij hebben de Chopin-neus. En mijn vader kijkt mij aan. En misschien ook Emilka maar in elk geval mij. En ik kijk naar Ludwisia en Izabelka. De stakkers. En ik let goed op dat alleen Zuzia zelf kan zien dat ik mijn tong naar haar uitsteek.

 

(fragment uit Preludes, p. 127. Vert. Gerard Cruys)

 

Mikołaj (Nicolas), Chopins vader
Mikołaj (Nicolas), Chopins vader